
Zodra de voordeur opengaat, walmt een putlucht vanuit de keuken de gang in. “Mam, wat eten we vanavond?” Het is een overbodige vraag, maar nog even hoop ik dat het niet waar is. Met mij moet het veel kinderen zo vergaan zijn. Wie oud genoeg is, kent de tv-tune van de ‘Film van ome Willem’: “lust je ook wel bloemkool dan” zingt hij, en dan volgt ….”met een papje”. Een bord vol overgare, bleke bloemkool, gekookte aardappelen en dat geheel overgoten met een (al even blank) maïzena-papje. Oh wat een gruwel, en dat bord moest leeg! Nou kan het natuurlijk ook aan mijn moeders kookkunst liggen – sorry mam – maar die witte stinkerd was bij mij echt jaren in de ban.
Sinds een paar jaar omarm ik de bloemkool weer, dankzij recepten als Indiase curry en bagna cauda, een warme dipsaus op basis van ansjovis en knoflook, waarin rauwe groenten worden gedoopt. Door de kool op een heel andere manier klaar te maken, leer ik haar opnieuw waarderen en durf ik me tegenwoordig zelfs aan ome Willems bloemkool met een papje te wagen, maar dan wel op mijn manier. Dat wil zeggen, met een kaassaus op basis van roux en gegratineerd in de oven. En weet je eenmaal hoe je zo’n basissaus maakt, dan kun je eindeloos variëren: met kerrie en stukjes ananas bijvoorbeeld, of met witte wijn en verse kruiden. Veel lekkerder dan zakjessaus om over maïzena-papjes maar te zwijgen. Mijn kinderen heb ik nog niet horen klagen, dus dat jeugdtrauma van mij blijft hen bespaard.