
Soms kom je een onverwachte schat tegen. Zo trof ik in de kringloopwinkel in mijn woonplaats (een heruitgave van) een Menu-Kalender uit 1934. Die kalender vol menu’s met Indisch eten was opgesteld door de Vereenigingen van Huisvrouwen in N.O. Indië (Batavia). Want ook in Indonesië of Nederlands Indië waren de dertiger jaren moeilijk. Misschien wel extra moeilijk vanwege de gevoerde politiek. Nederland beperkte namelijk de uitvoer van Nederlands-Indië naar Nederland; terwijl omgekeerd Nederlands-Indië verplicht werd Nederlandse producten te kopen om de Nederlandse economie te steunen. In Nederlands-Indië waren dus zowel de kopers als verkopers duurder uit.
In de vijftig en zestiger jaren kwamen duizenden terug uit Indonesië naar Nederland. Met niet alleen heimwee naar het klimaat stel ik me zo voor maar vooral naar het Indisch eten van daar. De Nederlandse ‘thuisblijvers’ komen op die manier in contact met de rijsttafel, in eerste instantie buitenshuis. Net als bij de Chinees (zie mijn eerdere blog) wil men ook thuis Indonesisch eten leren koken. Een aardig boekje dat daar op inspringt is De ‘Hollandse’ rijsttafel uit 1953.
Het bestaat uit twee delen; voor diegenen die wel eens rijsttafel eten maar het nog nooit hebben klaargemaakt en een deel voor de kenners. Voor de Hollandse rijsttafel heeft de auteur rekening gehouden met de voedingswaarde, het gebruik van Nederlandse specerijen en het moet voor een Nederlandse huisvrouw gemakkelijk te bereiden zijn. De smaak is bij benadering vergelijkbaar met een “echte” Indische rijsttafel. Het tweede deel is in ieder geval authentieker Indonesisch.
Hier onder vind je het meeste originele recept: sajor lodeh uit de Indische kookkalender uit 1934. Voor het gemak heb ik de termen vertaald waar nodig. Je zult wel langs de toko moeten voor een aantal ingrediënten als je authentiek Indisch eten wil klaarmaken.